Inleiding
Voor u ligt de Voorjaarsnota 2024. In de voorjaarsnota is het budgettaire kader voor de begrotingsvoorbereiding opgenomen. Het gaat om het beleidsarme budgettaire beeld voor de meerjarenbegroting van de gemeente Den Haag. Daarnaast gaat deze voorjaarsnota in op de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds, de trendcompensatie voor de gestegen lonen en prijzen en een aantal overige financiële ontwikkelingen, waaronder de effecten van het Hoofdlijnenakkoord.
Het budgettaire kader uit de voorjaarsnota dient als uitgangspunt voor de verdere begrotingsvoorbereiding. In het vervolgtraject van de begrotingsvoorbereiding worden de financiële opgaven en mogelijke oplossingen afgewogen tegen dit budgettaire kader. De uitkomst van de gemaakte keuzes zal landen in de programmabegroting 2025-2028, die de raad in september ontvangt.
In het budgettaire beeld van deze voorjaarsnota zijn de uitkomsten van de meicirculaire (publicatie 27 mei) van het Rijk meegenomen. De voorjaarsnota van het Rijk vormt de basis van de meicirculaire. Op 25 april bent u hierover geïnformeerd (RIS 318723). Op basis van de meicirculaire wordt duidelijk hoeveel middelen Den Haag precies van het Rijk krijgt. In de meicirculaire worden namelijk ook financiële ontwikkelingen meegenomen die niet in de Voorjaarsnota staan, zoals de reguliere actualisatie van de verdeelmaatstaven van het gemeentefonds.
In de verdere begrotingsvoorbereiding worden ook de uitkomsten van de 4-maandsrapportage betrokken die de raad tegelijkertijd met de voorjaarsnota ontvangt. In de 4-maandsrapportage rapporteert het college over de actuele begrotingsuitvoering en het college geeft een prognose af op de lopende jaarschijf (2024) bij ongewijzigde voortzetting van het staande beleid. Hierdoor kan het college sturen op majeure financiële voor- en nadelen.
We lichten toe wat de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds betekent voor de gemeente Den Haag. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de teruggang van het gemeentefonds vanaf 2026, de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds en het schrappen van de opschalingskorting. Door deze ontwikkelingen ontvangt Den Haag per saldo meer middelen vanuit het Rijk dan in de huidige begroting rekening mee is gehouden.
In het budgettaire beeld zijn de exogene ontwikkelingen in beeld gebracht die de omvang van de begroting beïnvloeden, zonder dat de gemeente hier direct op kan sturen. Knelpunten die (mogelijk) volgen uit de lopende begrotingsuitvoering zijn niet opgenomen. Algemeen uitgangspunt is dat deze knelpunten binnen het beleidsprogramma worden opgelost. Hierbij kunt u denken aan het temporiseren van eigen beleid of de uitvoering of andere inhoudelijke keuzes. Als dat niet mogelijk is, worden deze knelpunten bezien in de verdere voorbereiding van de meerjarenbegroting.
In het hoofdstuk trend-voor-trend wordt deze systematiek toegelicht. In de meicirculaire is opgenomen hoeveel loon- en prijsbijstelling gemeentes ontvangen. Uitgangspunt is dat de loon- en prijscompensatie die we van het Rijk krijgen doorverdeeld wordt naar de begrotingsprogramma's. Ook de overige inkomsten van de gemeente worden met dit percentage geïndexeerd.
Daarnaast wordt ingegaan op een aantal relevante overige financiële ontwikkelingen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de effecten van het Hoofdlijnenakkoord. Vervolgens wordt conform de motie ‘hou je aan de regels’ (RIS 317607) vooruitgeblikt hoe aan de begrotingsregels voldaan kan worden. Daarnaast wordt ingegaan op de jeugdzorg, de negatieve programmareserves en de reserve grondbedrijf.